Nasi goreng (in de volksmond nasi) is een Indonesisch gerecht van opgebakken rijst van de vorige dag. In deze variant hebben we speklapjes eerst in kleine stukjes gesneden en gekruid met Red Pork kruiden.
Kook de rijst het liefst 's morgens of een dag eerder, zodat de rijst goed kan afkoelen en goed droog is.
Weeg 300 gram rijst af. Neem een grote pan en breng hierin ruim water aan de kook. Als het water kookt, voeg het bouillonblokje samen met de rijst toe. Roer met een pollepel het geheel goed door tot het water weer kookt. Zet de timer op 8 minuten en laat de rijst zachtjes doorkoken! Let op je warmtebron en verlaag deze zodat het water net tegen het kookpunt blijft.
Roer af en toe even door de pan. Neem na 8 minuten een paar korrels rijst uit de pan en druk deze plat tussen je vingers. Als er geen hard korreltje meer zichtbaar en voelbaar is, dan is de rijst klaar.
Snijd de speklapjes in dobbelsteentjes. Stukjes van ongeveer 1 cm. Doe ze in een schaaltje met hierin 2 eetlepels olie en de Red Pork kruiden. Roer de stukjes vlees goed door de marinade en laat het even staan, zodat de marinade lekker in het vlees trekken.
Doe in de wokpan 2 el zonnebloemolie (laag vuur). Fruit hierin vervolgens de fijngesneden Spaanse peper en de knoflook samen met de trassi. Zorg dat het vuur niet te hoog staat anders verbrand de knoflook en dat is niet lekker.
Doe vervolgens de in stukje gesneden speklap in de pan en bak deze op middelhoog vuur zachtjes aan.
Neem een schaaltje om hierin de drie eieren te klutsen. Doe dit samen met 1 tl citroengras en wat peper en zout. Maak in het midden van wok ruimte door de groente naar de buitenzijde te schuiven. Neem 1 el zonnebloemolie en roerbak hierin de geklutste eieren. Als het ei mooi gaar en los gebakken is schep het dan samen met de groeten door elkaar.
Voeg nu de koude rijst toe aan de groentemassa en schep het goed door elkaar. Laat het geheel nog even goed doorwarmen (hoog vuur!) door het regelmatig om te scheppen, zodat het niet verbrandt (neem een klein kopje koud water en verdeel dit over de massa, zodat er stoom ontstaat). Blijf de boel goed omscheppen! Nu wordt de massa echt goed heet!
Dien het geheel op met wat kroepoek, atjar en wat seroendeng Eet smakelijk.