Een heerlijke frisse citroencake met een zachte en licht vochtige structuur.
Was de citroenen goed met warm water. Maak ze droog en rasp de schil er fijn af. Pers vervolgens de citroenen uit en bewaar het sap voor straks.
Verwarm de oven alvast voor op (elektrisch: 175°C / hetelucht: 150°C). Klop de zachte boter, suiker, de citroenrasp en een snufje zout in ongeveer 5 minuten tot een mooie zachte massa. Klop de eieren er één voor één door heen.
Meng de bloem, de bakpoeder en maïzena goed door elkaar. Spatel het bloemmengsel afwisselend met het citroensap door het eimengsel.
Vet een cakeblik van 30 centimeter (+/- 2 liter inhoud) in met boter en bestuif hem met een beetje bloem. Giet het beslag in de cakevorm en strijk hem glad. Bak de cake in ca. 50 minuten goudbruin. Prik na het bakken met een satéprikker in het midden van de cake. Is de prikker droog (er zit geen cakebeslag aan), dan is de cake gaar.
Laat de cake even iets afkoelen zodat hij los komt van het blik. Haal de cake uit het blik om vervolgens helemaal te laten afkoelen.