Bereidingswijzer – Bakken & Braden
Bereidingswijzer voor het bakken en braden van vleesgerechten.
Bakken
Laat in een passende pan boter uit bruisen en licht bruinen. Stem het formaat van de pan af op de hoeveelheid vlees die wordt bereid. In een te grote pan verbrandt de boter, in een te kleine pan wordt het vlees niet gelijkmatig gebakken. Schroei het vlees aan weerszijden dicht en temper het vuur. Blijf met het vlees over de bodem van de pan schuiven en keer het regelmatig. Prik echter nooit met een vork in het vlees, maar gebruik een spatel. Bak het vervolgens verder tot het vereiste gaartepunt. Neem het vlees uit de pan en blus de braadboter en vleessap eventueel af met water of ander vocht voor jus.
Bakken (nieuwe stijl)
Haal het vlees uit de koelkast. Masseer het vlees met olijfolie, peper en/of kruiden. Laat het vlees minimaal 30 minuten afgedekt buiten de koelkast op temperatuur komen. Verwarm een (anti-aanbaklaag) koekenpan even voor op een hoog vuur. Zet daarna het vuur op halve stand. Leg het vlees voorzichtig in de pan, deze is op temperatuur wanneer het vlees zachtjes sist. Bak het vlees zachtjes door het vlees regelmatig over de bodem te schuiven met een spatel (geen vleesvork) en veelvuldig te keren. Varkensvlees, kalfvlees en lamsvlees bijvoorbeeld filetlapjes per 100 g circa 4 minuten bakken. Oesters, medaillons en koteletten per 100 g circa 6 minuten. Rundvlees bijvoorbeeld biefstuk van de haas, lende-, kogel- en Hollandse biefstuk circa 2 á 3 minuten bakken.